De Gordal wordt in het zondoordrenkte zuiden van Spanje geoogst, waar de olijfbomen het droge klimaat gelaten ondergaan. Het is dus een Spaans olijvenras.
In het algemeen wordt de naam op Internet foutief vertaald als 'de dikkerd' of 'de dikzak', maar dat is niet helemaal juist: gordo is 'dik' en el gordo is daarom 'de dikkerd' of 'de dikzak'. Toch is het woord gordal wel degelijk afgeleid van gordo omdat het een ras is dat dikke, vette olijven oplevert. Ook is deze olijf ferm, vlezig en rijk van smaak en dat past dus perfect bij elkaar.
Dit is de olijf die synoniem is met de Spaanse tapas. Met een glas sherry en wat Spaanse ham, jamon, is het drietal in Andalucia een perfecte afsluiting van een dag.
Door de imposante grootte is de Gordal eigenlijk perfect om te ontpitten en vervolgens met knoflook of pesto te vullen, maar er is een probleem: de pit laat zich maar lastig van de olijf scheiden. Het vlees van de Gordal blijft aan de pit vastkleven.
Als men de Gordal wat te klein acht om de naam met recht te dragen krijgt hij de naam Azofeiron. Dat zijn dus simpelweg kleine Gordals.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten